Haricots

In Haricots (ハリコッツ) probeer je je hand leeg te spelen, maar daarvoor moet je méér bonen uitspelen dan de andere spelers.

Elke speler begint met een hand van tien kaarten en een stapel van vier kaarten. Tijdens je beurt speel je óf een kaart (of meerdere kaarten) uit je hand, óf je trekt een kaart van je stapel.
Wanneer je speelt, mag je één of meer kaarten met dezelfde waarde neerleggen, zolang de som van die kaarten hoger is dan de laatst gespeelde set.
Voorbeelden:

• Een 5 verslaat een 4.

• Drie 2’s (waarde 6) verslaan een 5.

Wanneer de som die verslagen moet worden 15 of hoger is, veranderen de waarden: elke 2 telt nu als 16 en elke 1 telt als 17.

Kun je niet spelen, dan moet je een kaart trekken. Is je stapel leeg en kun je toch niet spelen, dan lig je uit het spel.

Als een ronde rond de tafel gaat en jouw kaarten nog steeds de hoogste zijn, dan verwijder je alle gespeelde kaarten van tafel en begin je een nieuwe ronde door één of meer kaarten met dezelfde waarde uit te spelen.

Een speler wint zodra hij al zijn handkaarten heeft uitgespeeld, ongeacht de resterende kaarten in zijn stapel.
Alternatief: als alle andere spelers geëlimineerd zijn, wint de laatste overgebleven speler.

Voor een langer spel kun je meerdere potjes spelen totdat een speler twee keer heeft gewonnen.