Lunar Trick

In Lunar Trick moet je in een ronde precies één, drie of vijf slagen winnen om punten te scoren, en om slagen te winnen, moet je slim omgaan met de fasen van de maan.

Spelverloop met drie spelers: 

Aan het begin van een ronde krijgt elke speler tien kaarten; de overgebleven kaart wordt opzij gelegd.
De kaarten zijn genummerd van 1–15 (rijzende maan), 16–30 (zakkende maan) en er is één maaneclipskaart.

Elke speler legt gelijktijdig een genummerde kaart open om de troefkleur en drie “kleuren” te bepalen.
Bijvoorbeeld: als er meer kaarten uit de rijzende maan (1–15) gespeeld zijn, dan is dat de troefkleur.
Als de gespeelde kaarten bijvoorbeeld 5, 12 en 24 zijn, dan zijn de drie kleuren:
– 6–11
– 13–23
– 25–30 + 1–4 (loopt dus door van einde naar begin)

Degene die de hoogste van deze drie kaarten heeft gespeeld, wint de slag en begint de volgende. Je moet kleur volgen als dat mogelijk is, of anders de maaneclipskaart spelen.
Wincondities per slag:
- Als er troef gespeeld is, wint de hoogste troef.
- Als er geen troef is gespeeld maar wél een maaneclips, wint de maaneclips.
- Anders wint de hoogste kaart in de gevraagde kleur.

Let op: de maaneclipskaart telt als een afzonderlijke slag, los van eventuele andere kaarten die je wint.

Puntenverdeling:
- 1 of 5 slagen gewonnen? → 2 punten
- 3 slagen gewonnen? → 1 punt
- Andere aantallen → geen punten

Speel meerdere rondes tot iemand minstens 5 punten heeft — die speler wint.

Spel met vier spelers:

Voeg de zonsverduisteringskaart toe aan het deck.
Degene die deze kaart op hand krijgt, moet hem in de eerste slag spelen. Ze winnen automatisch die kaart (die als slag telt) en gebruiken de andere drie gespeelde kaarten om troef en kleuren te bepalen. De hoogste van deze drie wint de slag.